“Woat mai it wêzuh?” vroeg de wulpse blonde dame achter de snackbar.

“Doe mij maar een hete donder en wat schaafijs,” liet casanova Bas weten.

Bij snackbar ’t Hoekje in Surhuisterveen zaten aanvoerder Bas, interim-coach Antal, knappe kerels Bart en Koen en nog knappere dame Michelle buiten aan een tafeltje. De wedstrijd moest nog even nabesproken worden onder het genot van een snackje en een frisdrankje.

Antal nam geen deel aan het gesprek. Die was nog van de kaart, omdat hij na de wedstrijd de scheids had moeten troosten. De vriendelijke wedstrijdleider werd al na een minuut voortdurend verbaal belaagd door de spelers en het publiek uit het dorp en had na 69 minuten mentale vernedering even Antals warme schouder nodig. Bart had tijdens de wedstrijd al een poging gedaan om het agressieve commentaar van de tegenpartij te sussen, maar zelfs zijn gevatte opmerking gericht aan zijn tegenstander mocht niet baten. “Hoe oud ben je nu eigenlijk? 40? Doe dan eens volwassen man.” Bart maakte geen vrienden in ‘t Fean.

Bas was minder stil dan Antal en nam als aanvoerder meteen de leiding in de wedstrijdanalyse. “Weet je, we moeten gewoon die kansen afmaken.” Bart en Koen verslikten zich. De scala aan kansen die ze hadden schoten door hun hoofd. Snel, ander onderwerp. Gelukkig, daar kwam Bas zijn hete donder al aan, wat gewoon een gehaktstaaf bleek te zijn geserveerd door een hete dame.

“En as du noag woat noadig hast mast ut moar saisuh,” zei de snackbardame nederig tegen Bas, de rest van de tafel negerend.

“Is goed schatje,” zei Bas koeltjes. “Ga maar weer frituren. De rest heeft ook honger.”

De gemiste kansen van Bart en Koen waren al weer vergeten. De analyse werd positiever. Zo werd Tessa gecomplimenteerd met haar harde werken. Ook Inge werd geprezen. Die speelde na een wedstrijdje met 7 zonder zeuren nog even een hele wedstrijd met 5 mee in de brandende zon. Eigenlijk speelde iedereen wel goed. Het was duidelijk dat we een team waren dat voor het kampioenschap ging. Dat we zojuist onnodig 16-15 hadden verloren, was al weer vergeten. De sfeer werd zo goed dat al snel ook andere dingen werden besproken.

“Zeg Michelle, heb jij eigenlijk een vriend?”

“Nee.”

Het was een mooie tijd daar bij snackbar ’t Hoekje. Helaas, aan alle mooie tijden komt een einde. Het was tijd om te gaan.

Daar kwam de snackdame nog.

“Sjoch ik die binnenkoart wer?”

Helaas, ze was te laat. De groep met die mysterieuze jongen was al uit het zicht verdwenen. Zo werden niet alleen de punten achtergelaten in Surhuisterveen, maar ook een gebroken hart van een wulpse blonde snackbardame.